Aan de manier waarop iemand Nederlands schrijft, kun je veel aflezen. Zo werd de romanschrijver Arnon Grunberg al snel ontmaskerd toen hij dacht zich achter het pseudoniem Marek van der Jagt te kunnen verschuilen. Zijn stijl verraadde hem. En misdadigers blijken zichzelf te kunnen verraden door de manier waarop ze bijvoorbeeld interpunctie in hun appjes gebruiken.
Deze masterclass begint met een kort college over het soort forensisch onderzoek waarmee je iemands persoonlijke schrijfstijl kunt vaststellen. Dat soort onderzoek wordt inmiddels doorkruist door de ontwikkelen van ChatGPT: computers die ook zelf menselijke taal kunnen genereren (maken).
We kijken in deze workshop dus eerst hoe forensisch tekstonderzoek in juridisch, communicatief en literair onderzoek traditioneel werkt, en hoe de snelle ontwikkeling van taaltechnologie zoals ChatGTP dat onderzoek onder druk zet. Wat als misdadigers zelf niet meer hun berichtjes schrijven, maar ze door ChatGTP laten schrijven, kunnen we dan nog wel opsporen? En kun je literair talent nog wel herkennen als de computer ook bestsellers leert te schrijven?
Je maakt kennis met een aantal computertools waarmee je de begrijpelijkheid van Nederlandse teksten kunt bepalen, speurt naar de nog steeds onbekende auteur van het Wilhelmus en gaat bedenken hoe je ChatGTP (in theorie) te snel af kunt zijn.
We bekijken in deze masterclass hoe de mensen maar ook de computer forensisch tekstonderzoek uitvoert, en denken na over hoe dat nog beter en nog slimmer zou kunnen.